Voor mijn huidige opdracht als interim manager zit ik veel op de weg. En als je dagelijks een snelweg nodig hebt, dan gaat je vanzelf opvallen dat de gemiddelde chauffeur zichzelf nogal overschat. Er was een tijd dat ik me ergerde aan die (opvallend vaak) A*di en B*W rijders die rechts inhalen, om zich er vervolgens een paar auto’s verder tussen te wringen zonder zich te bekommeren om de chaos achter hen. Of aan die vrachtwagenchauffeur die 15 kilometer nodig heeft om zijn voorganger eindelijk voorbij te komen. Of neem die gastjes die stug links blijven rijden, maar wel ruim onder de maximum snelheid. Of neem die snelheidsmaniakken die je zowat willen aanduwen, maar bij het stoplicht onder aan de afslag gewoon weer langs je staan… Ja dat kostte wel wat energie.
Aangezien ik niet het verkeersnieuws wil halen met “door een ongeluk op de A58 is er ter hoogte van knooppunt Galder een file van 6 kilometer” heb ik besloten om me maar niet meer te ergeren. Zonde van mijn energie. En ik heb niet de illusie dat ik er ook maar iets aan kan veranderen. Dus ik rijd gewoon mee in de stroom, geniet van de muziek en de omgeving en laat het maar gebeuren.
Maar het zette me ook aan het denken over mijn professionele praktijk. Nu ben ik niet iemand die zich snel ergert, maar verbazen? Ja, dat doe ik me wel eens. Over eigenwijs allerhande uitzonderingen op feitelijke standaard processen instellen. Over eigen werkwijzen per kantoor. Over functies rondom mensen creëren in plaats van de juiste persoon op de juiste plek zetten. Over korte termijn denken. Over individuele doelen collectief maken. Over “oei, foei, doei”. Over nauwelijks coachen op competenties.
En daar kom ik niet weg met achter over leunen en muziek draaien. Daar wordt je immers niet voor betaald. Dus dan ga ik prikkelen en kietelen. Daarbij richt ik me meestal op de individuele medewerkers en op kleinere groepen. Gemakkelijker om contact mee te maken en die grijze cellen actief te krijgen.
Maar niet door te zeggen hoe het in mijn ogen moet. Met vragen stellen bereik je immers vaak meer dan met schoppen. Okay, het lukt me niet altijd even goed, ik ben ook maar een mens. Eigenwijs. Met een mening.
Maar ik blijf oefenen op verbazing. Een kwartje horen vallen blijft veel voldoening geven…
Hoi Peter, ik heb juist wel last van al die auto’s die met 120 km per uur op de linkerweghelft rijden. Meestal hebben die een gele nummerplaat en veelal zijn het geen a*di of b*w rijders. Ik wacht altijd netjes op mijn beurt, anders levert het extra steenslag op en schiet ze dan met 180 km per uur voorbij. Heerlijk genieten op die Duitse autobaan. Natuurlijk met een heerlijk muziekje op de achtergrond, indien mijn telefoon dat toelaat.
Ha Mathieu, leuk dat je reageert. Niet alles even serieus nemen hè, er staat niet voor niets een disclaimer op de site 😉
Ik heb het er overigens niet over hoe hard ik rijd. Maar kan me zeker voorstellen dat het bij de buren wat prettiger vertoeven is.
Gelukkig is er altijd nog de muziek!
Grt, Peter